Militair Hospitaal

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden militaire hospitalen door de Duitse bezetters omgedoopt in Rijks hospitalen. Op 3 augustus 1945 werd in de wijk Oog in Al te Utrecht een hospitaal met 200 bedden in gebruik genomen. In dit Tweede Nederlandsch Militair Hospitaal werd een deel van de activiteiten, algemene heelkunde, inwendige geneeskunde en oogheelkunde, van het hospitaal aan de Springweg (voorheen het “Duitsche Huis” en later tevens “Rijkskweekschool voor Militaire Geneeskundigen”) overgenomen.

Het betreft een staf van de Kriegsmarine onder leiding van Jochim Plath. Dit onderdeel van de Duitse Marine zat eerst in Scheveningen maar zij vreesden een invasie via het water en weken daarom uit naar het binnenland. Deze sicherungsdivision had als taak om als onderdeel van de Kriegsmarine de Nederlandse kustwateren te beveiligen tegen acties van Britse motortorpedojagers en door hen geplaatste zeemijnen. Ook in het Militair Hospitaal aan de Joseph Haydnlaan zat staf van de Kriegsmarine, namelijk die van de hoogste bevelhebber van de Kriegsmarine in Nederland, Marinebefehlshaber Kurt Hoffmann en later Gustav Kleikamp. En daarmee zaten er twee belangrijke onderdelen van de Kriegsmarine op 5 minuten lopen van elkaar.

Er was gekozen voor Oog in Al omdat deze wijk goed te verdedigen en af te sluiten was, omringd door Merwedekanaal, Amsterdam-Rijnkanaal en Leidsche Rijn. Joachim Plath was het trouwens helemaal niet eens met de keuze van deze nieuwe plek als hoofdkwartier Vanuit de lucht was het naar zijn idee eenvoudig te traceren aan de rand van Utrecht. Dit betekende een verhoogd luchtgevaar. Ook was hij sterk tegen vertrek uit Scheveningen, ver weg van de kust en van de varende eenheden. Maar hij trok aan het kortste eind. Er waren 6 tot 8 weken voor de verhuizing uitgetrokken en op 9 juni 1942 was de staf op haar nieuwe locatie van het Homeopathisch Ziekenhuis actief.

 

In de zomer van 1943 wordt er gestart met de bouw van een enorme commandobunker, van het type V.149, “voor de deur” van het ziekenhuis aan het latere 24 Oktoberplein. In de bouwbeschrijving staat de bunker als volgt omschreven: Het bouwwerk wordt als bomvrije commandobunker voor de 1.Sich,Div.te Utrecht gebouwd. Wanden en dak moeten in gewapend beton met een dikte van 2,50 m worden uitgevoerd. De dikte dient 1,25m tot 1,75m te bedragen.

 De bunker wordt op 1 april 1944 in gebruik genomen. In de bunker waren telex- en telefooncentrale. Van hier uit was er contact met andere radarstations. Ook de stafkamer komt in de bunker. De hele Nederlandse kust wordt van hieruit in de gaten gehouden.

In april 1945 wordt het hoofdkwartier van de Kriegsmarine toch weer richting de kust verplaatst. Achteraf zou blijken dat het verzet goed in kaart had gebracht waar de Duitsers in Oog in Al zaten. Ook de Royal Air Force beschikte over luchtfoto’s van de locaties. Tot een bombardement is het nooit gekomen.